Schaak- en damclubs in het zuiden des lands waarschuwen voor de komst van de denksportprocessierups. Na de eikenprocessierups en het draaigatje is dit een nieuwe invasieve exoot die aan een snelle opmars bezig is en naar verwachting spoedig heel Nederland zal veroveren. Het beest maakt zijn nesten het liefst in kasten waar schaak- en damclubs hun materiaal bewaren. Een keer uit het ei gekropen richten ze een ware verwoesting aan: houten borden, schaakklokken, notatieformulieren, schaakstukken, ze lusten er wel pap van en ze maken er ook pap van! In Zuid-Limburg heeft menig lokale club zijn totale schaakinventaris al zien veranderen in een kleverige brij. En dat is nog niet alles, de diertjes laten ook nog onzichtbare haartjes achter. Schakers die in aanraking met de minuscule haartjes komen, kunnen acuut schaakblind worden of in een afschuwelijke tijdnood komen omdat ze niet meer durven te zetten. We vroegen schaker schuine streep bioloog Edwin Zuiderweg naar de vraatzuchtige nieuwkomer, maar hij moet bekennen dat hij ook voor een raadsel staat: “Ik kan hem nergens vinden in mijn ANWB-vlinder- en rupsengidsje. Mogelijk gaat het om een mutatie, in een laboratorium ontwikkeld door een schaakhater wellicht? Het zou ook verband kunnen houden met het veranderende klimaat. Eén ding is zeker: ook de schaakwereld ontkomt niet aan de gevolgen van de opwarming van de aarde!” Bestrijding van de rups is moeilijk. Clubs die ermee te maken hebben, zijn noodgedwongen overgegaan op het spelen met marmeren borden en stukken en de zetten worden nu dan maar op leisteen geschreven met krijt. Een beetje terug naar de tijd van de Flintstones, kunnen we wel stellen.

Wit aan zet moet mat geven, zwart verdedigt zich als een denksportprocessierups