De intergalactische paradox

Michiel Meeuwsen liet me weten in de eerste ronde van het Groningen-weekendtoernooi jammergenoeg in het stof te hebben gebeten. Intergalactisch Großmeister Frank van Indië was te sterk. Na 70 zetten moest Michiel zich gewonnen geven. Daarna prees IGGM Van Indië hem de hemel in alsof hij van Kasparov zelf gewonnen had…

In de bijna vijfentwintigjaar dat ik actief ben in de noordelijke schaakwereld heb ik een aantal keer de degens gekruist met Van Indië. Meestal won ik, hetgeen vrijwel altijd tot een oeverloos gebries leidde bij mijn opponent, over het onnoemlijke onrecht dat zojuist aan de wereldgeschiedenis was toegevoegd. Maar ook won hij eens van mij, ik herinner me dat minstens zo goed. Het was bij een snelschaakkampioenschap van sc Groningen. In een Spanjaard nam ik veel te veel risico met zwart en gedecideerd voerde Frank het gunstige eindspel dat ontstond tot winst. Hierop begon hij mijn spel te roemen: ik was ver boven mijzelf uitgestegen. OK, ik had verloren, maar we waren het er toch over eens dat dat triviaal was en boven ieder commentaar verheven. Ik mocht trots zijn op mezelf, want Frank had er echt voor moet gaan zitten….pas in het verre eindspel had hij de vis op het droge kunnen trekken immers. Vertwijfeld vroeg ik me af of ik hier nu wel of niet tegen in moest gaan, want zelf vond ik dat ik als een natte krant had gespeeld. Maar de volgende ronde begon alweer.

Pas later begreep ik dat het bovenbeschreven fenomeen betiteld moet worden als de intergalactische paradox.  Wie IGGM Van Indië verslaat, mag rekenen op een tirade die zijn weerga niet kent. Wel op 101 manieren had hij kunnen winnen, helaas koos hij voor variant 102, waarop een lullig tussenschaakje de partij abrupt beëindigde. Ten hemel schreiend. Van veel inhoudelijke argumenten laat Van Indië zijn visie zelden vergezeld gaan. Slechts een ritmisch getik op diverse velden is waarneembaar (maar let op: het minutieuze masterplan dat tot een onvermijdelijke totaalzege had moeten leiden, is af te leiden uit de volgorde waarin de velden worden aangetikt!) “Ik ben te groot voor het lot”, mocht ik ook eens uit zijn mond optekenen na wéér een tragische ontknoping. Schilderend aan de Nachtwacht van het trapje kukelen, dwars door het doek heen.

Wie van Van Indië verliest, maakt hetzelfde mee, maar dan andersom. Je bent een gnoe waar het jachtluipaard een volle tien seconden achteraan moest, voordat hij zijn tanden erin kon zetten – een prestatie van formaat als je bedenkt dat de meeste soortgenoten al binnen vijf seconden bij hun lurven zijn gegrepen. Fantastisch heb je partij geboden, Frank moest vandaag héél diep gaan. Probeer je monsterlijke misperen in je eigen spel aan te wijzen, ze worden weggewoven: “Nee dat was nog je beste kans”. Het de doos ingebokte paard wordt gepromoveerd tot interessant offer: Frank heeft moeten zwoegen om de weerlegging te vinden, taaie rakker die je daar bent. Hoe bedoel je dat, ‘mijn rating is toch hoger’? Kan een koalabeertje dan een olifant omver duwen?! Welke clownvis wil het gezag van de haai ter discussie stellen?

En dan komt hij onontkoombaar langs, goedkeurend knikkend vanaf een wolk: collega Bobby Fischer. Volledig ingestemd zou hij hebben met Franks spel, je hoeft je niet te schamen.

CollegaBF

Collega Bobby Fischer, hij weet nu wie Michiel is. En, minstens zo belangrijk, ook wat: een taaie rakker.