De zwartepietendiscussie leeft ook binnen de Noordelijke schaakgemeenschap. Diverse clubs vinden zwarte pionnen eigenlijk ook niet meer kunnen. In het Denksportcentrum heeft men overwogen om dan maar met de bont gekleurde setjes te gaan spelen van Raindrop Chess. Jozias Hillenkamp heeft met zijn schaakstukken in alle kleuren van de regenboog het hart van menig schooljuf sneller doen kloppen maar in de conservatieve schaakwereld is men er wars van. Bij Haren heeft men geëxperimenteerd met stroopwafelpionnen maar voorzitter Tasma vond ze zo lekker dat er gaandeweg de partij geen pion meer op het bord stond. De roetveegpionnen waar men het bij Staunton probeerde werden ook al een fiasco omdat Paul Zilverberg in zijn schoonmaakdrift ze met een slof doekje weer allemaal hagelwit gepoetst had en er dus op de borden twee identieke legers tegenover elkaar stonden. Omdat vernieuwing op dit gebied zo moeizaam tot stand komt, hebben de clubs in gezamenlijk overleg maar besloten om alles maar zo te laten zoals het was. Niet alleen de zwarte pion ligt overigens onder vuur binnen het schaken, er is ook een groeiend verzet tegen de vanzelfsprekendheid dat wit mag beginnen, want is dat ook niet een vorm van verholen racisme en een uiting van white supremacy? Tegenstanders van de zwarte pion en de wit begint regel zijn van plan om bij het Kersttoernooi met touringcars naar de Paddepoel af te reizen en daar de ingang van de speelzaal te versperren.

Wit begint en zwart wint?